4 aardappelen,

boter,

4 stukken zalmfilet van gelijke dikte (ong 120 gr per stuk),

1 eiwit, zout en peper,
25 gr gesmolten boter.

Voor de saus : 3 sjalotjes, 25 gr boter, 1 laurierblaadje, mespuntje dragonpoeder, 2 glazen droge witte wijn,
150 gr koude boter in blokjes, scheutje citroensap, 2 tl mosterd, 2 el fijngehakte dille.

 

 

Schil de aardappelen en rasp ze in plakken van ca. 2 mm dik. Breng water met wat zout aan de kook en laat de aardappelplakjes ong 3 minuten koken. Giet ze af en laat ze op een theedoek drogen.   Snipper de sjalotjes voor de saus. Verhit de 25 gr boter in een steelpan en laat de sjalot glazig fruiten. Voeg het laurierblaadje, de dragon en de wijn toe en laat tot de helft inkoken. Zeef de saus. Zet de boterblokjes voor de saus tot gebruik in de koekkast.

Verwarm de oven voor op 180°. Bestrijk een platte ovenschotel met boter. Leg er de stukken zalm in en bestrijk ze met losgeroerd eiwit. Bestrooi met wat zout en peper.

Leg de aardappelpartjes dakpansgewijs op de vis en bestrijk met de gesmolten boter.

Schuif de schaal 10 minuten in de voorverwarmde oven.

 

Breng de saus aan de kook. Klop de blokjes koude boter van het vuur af met een paar tegelijk door de saus. Breng op smaak met citroensap, mosterd, peper en zout. Roer er de dille door.

 

Schep de vis in een voorverwarmde schaal en giet er de saus naast.