3 st-jacobsvruchten per persoon

pastinaak (1 grote of 2 kleine)

1 appel

 

sausje :

1 dl rode wijn

1 dl wildfond

0,5 dl rode port

klontje boter

1/2 eetlepel Luikse siroop

1/2tl balsamico azijn

peper en zout

 

Maak een puree van de pastinaak. Voeg daar voor de stevigheid een aardappel bij.

Snij een halve appel in kleine blokjes en meng die onder de puree.

Bak de sint-jacobsvruchten kort aan in de pan.

 

Maak het sausje door de wijn, port en fond te laten inkoken tot sausdikte. Laat er een klont boter in smelten en voeg vervolgens de siroop en de azijn toe. Laat nog even doorkoken en breng op smaak met peper en zout.

 

Snij de andere helft van de appel in fijne schijfjes.

 

Lepel een beetje puree op het bord en schik er de sint-jacobsvruchten op.

Leg er enkele fijne schijfjes appel op en giet een beetje saus rond deze constructie.