4 rogvleugels,

¾ l visbouillon,

150 gr boter,

1 ½ dl droge witte wijn,

1 el fijngesnipperde peterselie,

2 el kappertjes,

1 citroen.

 

 

Breng in een grote pan de fond met een scheutje wijn erin tegen de kook aan.

 

Leg de rog erin (de vis moet geheel onder staan) en pocheer de vis – de bouillon mag niet koken – zachtjes gaar.

 

Pocheertijd is ca. 2 minuten per cm dikte, het visvlees is dan niet meer transparant.

 

Schep de rog uit de bouillon en houd ze warm.

 

Verhit de boter tot ze hazelnootkleurig is. Voeg peterselie en kappertjes toe.

Verdeel de rogvleugels over de borden, schep er wat saus over en leg er een citroenpartje bij.