4 grote, sappige sinaasappelen,

250 witte basterdsuiker,

300 ml water,

4-6 el geroosterde amandelschilfers

 

Schil de sinaasappelen dik met een scherp mes en snijd de partjes tussen de vliezen uit.

Werk boven een vuurvaste schaal om het sap op te vangen.

Pers de vliezen nog even extra uit om niets van het sap verloren te laten gaan.

Gooi de vliezen weg en zet sap en partjes opzij.

Doe de suiker en 150 ml water in een kleine steelpan met dikke bodem en zet deze op matig vuur.

Roer tot alle suiker is opgelost, breng de vloeistof aan de kook en laat hem zachtjes doorkoken – niet roeren – tot u een goudbruine stroop krijgt.

Giet het resterende water in de pan (voorzichtig want de karamel zal spatten).

Roer opnieuw tot de karamel is opgelost.

Haal de pan van het vuur en laat de karamel langzaam afkoelen.

Voeg het sinaasappelsap erbij en giet het mengsel over de sinaasappelpartjes.

Roer zodat de karamel zich goed met de partjes vermengt.

 

Laat alles door en door afkoelen, dek de schaal af met folie en zet voor minstens 2 uur in de koelkast.

Bestrooi voor het serveren met het amandelschaafsel.