Kabeljauw met korst van tomaat, puree van grijze garnalen en witloof met spekjes en zilveruitjes

 

Nodig : aardappelen, kabeljauw, witloof, spekjes, zilveruitjes, room, uien, look, tomaten, grijze garnalen, witte wijn, melk en boter.

 

Schil de aardappelen, snij ze in kleine blokjes en kook ze in gezouten water. Plet ze tot puree en werk af met een scheutje melk, een klontje boter, peper en zout en nootmuskaat. Wanneer de puree op smaak is, voeg je er de grijze garnalen aan toe.

 

Snij het witloof in grove brunoise, (maar hou één stronkje apart). Snij de zilveruitjes in stukjes en stoof ze aan in wat boter, samen met de spekblokjes. Voeg het witloof toe evenals een brikje culinaire room. Laat opkoken tot het witloof gaar is en de room tot sausdikte is ingekookt.

Snij het overgebleven stronkje in sliertjes en strooi deze vlak voor het serveren over het gekookte witloof.

 

Emondeer de tomaten, verwijder de pitjes en snij ze in kleine blokjes. Doe de blokjes in een kom en voeg er wat fijngesnipperde uien aan toe en een teentje geperste look. Kruid het geheel af met wat peper en zout en sprenkel wat olijfolie over de schaal. Meng.

 

Bak de kabeljauw goudbruin in een hete pan. Schik de vis in een ovenschotel en beleg hem rijkelijk met de tomatenmengeling. Zet de schotel in een hete oven van 180° gedurende 20 minuten.

 

Dresseer het bord met eerst het witloof, daarop een stuk kabeljauw met tomatenkorst, en smijt er een toef puree naast.

Smakelijk.