300 gr bladerdeeg (diepvries), 3 el gesmolten boter, 100 gr suiker, 1 zakje vanillesuiker.

 

Laat de vellen bladerdeeg ontdooien. Bestrijk ze met gesmolten boter en leg ze op elkaar. Rol ze op een met bloem bestoven werkblad uit tot een vierkant van 30x30 cm. Bestrijk het oppervlak met nog wat gesmolten boter.
Meng de suiker met de vanillesuiker en bestrooi de plak deeg met de helft hiervan. Vouw dan de bovenkant van de lap deeg naar het midden, en vervolgens ook de onderkant. Laat de lap 30 min rusten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200°.
Snij reepjes van 0,5 cm breed van het deeg, en rol ze door de rest van de suiker. Vouw de uiteinde naar binnen tot een hartje. Leg ze op een met bakpapier beklede plaat en bak ze 15 à 20 minuten in de oven. Laat afkoelen op een rooster.