800 gr everjongfilet

110 gr boter

14 geplette jeneverbessen

1 el rodebessengelei

1 el mosterd

4 el jenever

2 1/2 el kalfsbouillon

2,5 dl kippenbouillon

zout en peper

 

Snijd de everjongfilet in 16 biefstukjes van dezelfde dikte. Leg deze op een bord en bestrooi met zout en peper.

 

Smelt 40 gr boter in een koekenpan en bak de biefstukjes kort aan beide zijden. Neem ze uit de pan, schik op een ovenvaste schotel en houd ze warm.

 

Voeg de geplette jeneverbessen toe aan het bakvocht en verwarm ze daarin ongeveer 1 minuut. Voeg dan de mosterd en de gelei toe en roer het geheel goed door.

 

Deglaceer de pan met de jenever en met de bouillons. Breng de saus aan de kook, laat het geheel tot de helft indikken en giet door een puntzeef.

 

Plaats de biefstukjes in een op 200° voorverwarmde oven gedurende 4 à 5 minuten.

 

Verwarm ondertussen de saus, werk deze op met de resterende boter en breng op smaak met zout en peper.

 

Seveer de biefstukjes met paddenstoelen, en pommes duchesses.